top of page

 

 

 

 

 

Vlak voor de eerste ronde zit je te kijken naar de andere deelnemers, of je deze al eerder bevochten hebt, en wat was het resultaat toen. Maar dan begint het pas echt als de gong geklonken heeft en de eerste zetten gespeeld worden. Ik speelde met zwart en kreeg een Grünfeld-stelling op het bord, aangezien ik dezelfde stelling al ettelijke keren tegen Leo op het bord heb gehad, kwam ik zeer royaal in de tijd te zitten. Ik koos een halfslachtige voortzetting, kwam wat slechter te staan, bood remise aan, wat geaccepteerd werd, mede doordat ik op dat moment anderhalf uur meer op de klok had staan. Bedankt Leo, half puntje gered.

Ronde twee, de met mij gedeeld hoogste ratinghouder wint in de opening een pion. Komt steeds beter te staan, maar wil afruilen zonder een luchtgaatje te maken. Eén klein zetje, e5, is voldoende om hem direct op te laten geven. De derde ronde is tegen de op papier zwakste tegenstander, hier dreigt voor mij altijd het gevaar gemakzuchtig te worden. Is deze keer niet nodig, in de opening win ik een volle toren, en kort daarna de partij.

Dan de vierde, achteraf bekeken, beslissende partij. De avond ervoor had ik van Jan nog een aantal partijen toegestuurd gekregen van deze tegenstander, ter bestudering. Ik wist dus wat ik enigszins kon verwachten. Ik kom toch slecht uit de opening, weet dit op te lossen en kom steeds beter te staan, dan krijg ik een remise aanbod... Even goed over nadenken, maar ik sta beter. Ik moet alleen even uitkijken voor een tussenschaakje, ik meen de oplossing te zien, weiger de remise, win een pion, maar dan toch dat tussenschaakje. Geen probleem, of toch? Wel een probleem dus. Heel handig stuurt mijn tegenstander zich uit de zorgen. Ik sta verloren, offer nog een loper voor een vrijpion. Het mag niet meer baten, ik verlies.

Achteraf is altijd makkelijk te zien wat je had moeten doen. Had ik zijn remise aanbod geaccepteerd, dan had ik het toernooi ongedeeld gewonnen. Ik weet niet eens of dit leerzaam is geweest, een volgende keer zou ik in dezelfde stelling ook doorspelen, ik moet alleen leren mijn eigen kansen niet te overschatten.

Edward even gesproken, als een raket uit de startblokken. Vier uit vier, hij heeft uitzicht op een schitterend resultaat. Henk is wat wisselvalliger in zijn uitslagen, maar geniet merkbaar, is ook belangrijker eigenlijk, en zijn instelling om er iedere keer weer vol voor te gaan werkt inspirerend.

Partij vijf is een snelle remise, even mijzelf herpakken. Ronde zes, een lange, slopende strijd. Mijn tegenstander is zo’n oudere heer op de weg terug van zijn vroegere, betere vorm. Maar hier heeft hij opeens weer veel meer tijd om een eindspel uit te zitten. Ik win een pion en weet deze vast te houden, langzaam kom ik steeds beter te staan, en na veel tijd, en koffie, weet ik te winnen, blij maar gesloopt. Gelukkig morgen rustdag.

Ronde zeven, mijn tegenstander besluit na een slechte zet, om een willekeurig stuk te offeren. Altijd prettig als de opponent meehelpt. Ik win snel.

De achtste partij is daarentegen een titanenstrijd. Na een Siciliaanse opening komt er een middenspel waarin ik een summier voordeeltje heb, en ik win een pion. De tegenstander wordt iets agressiever, ik weet dit af te slaan, win nog een pion, en verspeel deze weer. We hebben veertig zetten gespeeld en alletwee nog vijf minuten op de klok. We krijgen er een uur bij. Gauw naar buiten, roken, koffie, en weer zitten voor het eindspel. Ik weiger zijn remise aanbod, en schuif mijn pluspion naar de tweede rij. Hij kan hem vastzetten en ik val zijn andere pionnen aan. Deze weet hij ook te verdedigen. Dan vind ik gelukkig één klein koningszetje, mijn tegenstander staat nog steeds goed, maar hij moet zetten, en kan alleen maar een verliezende zet doen, Hij geeft op. Het is kwart over zeven s’avonds, en ik ben gesloopt. Ik sta wel weer op kop, gedeeld met René Asmussen, mijn plaaggeest uit de vierde ronde, zondag zal alles beslist worden.

Het is zondag, twaalf uur, en iedereen is op tijd in mijn groep. Ik dwing mijzelf om niet bij de anderen te kijken en al mijn aandacht in mijn eigen partij te stoppen. Na een vreemde opening komt er een interessante positie op het bord. Ik denk dat ik iets beter sta, maar weet niet waarom. Dan opeens blijkt Asmussen remise gespeeld te hebben. Als ik nu win, win ik het toernooi, ongedeeld.

Ik weet het loperpaar te bemachtigen, in een open stelling, toren op zijn zevende rij, ik sta geweldig! Dan een schaakje van hem, ik zet mijn koning vooruit, en weer een schaakje, met zijn paard, ik zie mijn stelling instorten, en zoek naar manieren om het te houden, ik steek twintig minuten erin, en denk iets gevonden te hebben. Dit bleek niet nodig, mijn tegenstander besluit om mij schaak te blijven geven, en is tevreden met een remise. Mijn nieuw verworven status van koploper, samen met mijn ratingoverwicht schrok hem zo af dat hij het niet aandurfde om op winst te spelen. Voor mij is dit puur mazzel, zo eindig ik toch nog bovenaan, weliswaar gedeeld. En degene die op de derde plaats stond wint wel zijn partij. Nu staan we met z’n drieën bovenaan.

Het zit erop, het was weer een prachtig toernooi, en het is altijd leuker als je voor de prijzen meespeelt. Volgend jaar ga ik het weer eens een groep hoger proberen. De rust keert weer in Wijk aan Zee.

De afgelopen twee weken stonden voor de schakers in de regio weer in het teken van het TATA toernooi. Chess Society/Jopen leverde weer een aardige hoeveelheid deel-nemers, die bijna allemaal een succesvol toernooi speelden.

 

Bij de dagvierkamen haalden Jan en Ton beiden een tweede plaats met een 50 % score. Terwijl Hans, Caroline en Tim alledrie als winnaar uit de bus kwamen.

 

En dan begint voor mij het toernooi, de tienkamp.

HET TOERNOOI VAN DE GEWEIGERDE REMISE                 Jeroen Loos

 

 

Chess Society Zandvoort/Jopen

  • facebook-square
  • Twitter Square
  • vimeo-square
bottom of page